foto Ben van Duin
’Ilja Leonard Pfeijffer componeerde met De Advocaat een loepzuivere en hilarische analyse van de steradvocatuur en van een maatschappij die een dergelijk, zeer bedenkelijk heldendom faciliteert. Hoofdpersoon is de beruchte advocaat en televisiepersoonlijkheid Bram Moszkowicz. We zien hem in de nadagen van zijn roem, te midden van zijn al even beruchte familieleden en personeel. Hij hoopt zijn carrière met een verrassende knal te kunnen beëindigen dankzij de grote strafzaak rond "De Neus", en met behulp van de media (…). Pfeijffer neemt het Nederland van nu als onderwerp, een land in de war over de eigen identiteit, in de overgang van een schijnbaar gekend verleden naar een nog niet gekende toekomst. Maar de relevantie van dit stuk is niet beperkt tot Nederland. In de figuur van Bram Moszkowicz komt een aantal van de meest wansmakelijke kenmerken van de hedendaagse mens samen: aandachtsgeilheid, narcisme, morele onverschilligheid, pronklust en het gevoel boven de wet te staan. De auteur laat ons nadenken over de plek en het belang van waarheid en werkelijkheid in de wereld van het recht, en daarbuiten (… ). De advocaat balanceert magistraal op het dunne koord tussen tragedie en komedie, realistisch drama en metabeschouwing, slapstick en ontroering. Voortdurend refereert het stuk aan zichzelf en zijn niet geringe ambitie: Pfeijffer meets Shakespeare meets Pirandello in het Nederland van de 21e eeuw. Desondanks is het geen ijdele tekst. De auteur toont zich zeer genereus, schrijft virtuoos en sleept de lezer pagina na pagina mee in zijn opzet. Net zoals dagelijks te ervaren is in de realiteit, blijkt het mogelijk om met goed gekozen performance- en taalstrategieën tegelijk alles én niets te bewijzen.’ (fragment juryrapport)