Marjolijn van Heemstra leest het gedicht Jacht uit de bekroonde bundel
'Het zijn nadenkende soms wat melancholische gedichten (in: Als Mozes had doorgevraagd) met een filosofische en levensbeschouwelijke inslag. Haar gedichten lijken soms proza-achtig met brede vertellende regels, vaker zijn ze zoals je denkt dat gedichten zijn: regels die ophouden waar de dichter het wil, niet zoals de drukker denkt dat het moet. Er is iets in haar toon dat je treft, als lezend jurylid maar ook als gewone lezer. Dat is een belangrijk criterium of een jurylid kan vergeten dat hij of zij jurylid is en écht geboeid gaat lezen. Dat ga je doen bij Van Heemstra, omdat haar gedichten het zicht openen op een denk- en gevoelswereld die je zo nog niet kende.' (fragment juryrapport)