'In Papieren Veulens van Hanneke van Eijken wordt de taal meer dan eens ingezet om de werkelijkheid te onderzoeken, maar berooft haar niet van haar geheimzinnige kanten. Dit valt bijvoorbeeld op te maken uit het gedicht Straat: Ingesloten tussen de oude bajes en de stilte / van twee begraafplaatsen ligt een straat / die zo geheim is, dat hij niet voorkomt / in registers, als je googelt op zijn naam / levert dit alleen suggesties op (…) Een gedicht van Hanneke van Eijken maakt niet de indruk van een schot hagel, maar eerder van een flinterdunne pijl. Voortdurend loopt zij het risico te missen: één rukwind, één verkeerde beweging is al voldoende. Maar gelukkig treft Van Eijken vaak doel. Zo beschrijft zij een aantal merkwaardige manieren om te sterven: het drinken van een fles parfum, vallende kokosnoten. Echter, in plaats van te kiezen voor een overdadige opsomming met voor de hand liggende komische effecten, weet zij het gedicht op de valreep extra scherpte te geven. Terug naar het dagelijks leven, met alles wat daarin niet te bezweren valt: ik slaap vaak met een gevarenhamer / aan een touwtje / om mijn nek. (…) De gedichten in Papieren veulens zijn zorgvuldig opgebouwd. Hoewel het een debuut betreft, getuigen zij van een opmerkelijke beheersing van het dichterlijk metier. (fragment commissierapport)
Hanneke van Eijken was met haar debuut ook genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs 2014.