De Grote Poëzieprijs 2011

Armando


Licht 


Terwijl het licht zich probeert te 

ontvouwen, is de stad opstandig, 

de verschrikking heeft zichzelf overleefd, 

het einde nadert de onderdanen, 

nadert de onontkoombaarheid. 


Het grillige licht wil bezitten, 

wil veinzen, 

maar het licht is machteloos, 

het licht is ontmanteld.

 

Uit: Gedichten 2009, uitgeverij Augustus

 

‘Met grote hardnekkigheid – alsof elk gedicht het laatste en meest definitieve zal zijn – herneemt hij steeds dezelfde thema’s: het landschap dat schuldig is, de dreiging, de aanval, de kilte. Een wereld waarin zwart de voornaamste kleur is, waarin oorlog en geweld altijd aan­wezig zijn en waarin het verleden nooit voorbij is. Op zijn werk zijn woorden als troost of hoop niet van toepas­sing. Armando brengt met grote consequentie een onverteerbare boodschap. Dat maakt zijn bundel Gedichten 2009 monumentaal, verpletterend, onontkoombaar en noodzakelijk. Hij schrijft tragedies zonder catharsis. Hij schrijft de mythologie van de twintigste eeuw.’ (fragmenten juryrapport)

Jury: Maaike Meijer, Wim Brands, Tom Sintobin, Johan Sonnenschein, Cin Windey
Deel deze pagina