foto Annaleen Louwes
'In Het hout vertelt Jeroen Brouwers over de gebeurtenissen op een door kloosterlingen geleid jongensinternaat. Het zijn de vroege jaren vijftig van de vorige eeuw. Het gezag van de kerk in die dagen is fors. Over seksualiteit wordt niet gesproken. Over gevoelens evenmin. Zwijgen is goud. Zo staan de zaken er voor als Eldert Haman, leraar Duits, intreedt als lekenbroeder bij een zeer strikte Franciscaner orde. Als Broeder Bonaventura gaat hij voortaan door het leven. Deze nieuwe status brengt hem tot in de krochten van het internaat waar hij de stille getuige is van vernederingen en het seksueel misbruik van enkele internaatjongens.
Brouwers beschrijving van sadistische terreur door collega-broeders wekt bij de lezer aanvankelijk vooral afschuw, maar naarmate de roman vordert, neemt het geweld groteske vormen aan. Hier en daar wordt het zelfs geestig, wat de roman een zweem lichtvoetigheid geeft. Op zulke momenten toont Brouwers zijn meesterschap en laat hij zien hoe een zwaarmoedig thema door een lichte behandeling dubbele zeggingskracht krijgt.
Brouwers diept de psyche van zijn personage uit. (...) De verhaallijnen binden de compositie tot een magistrale geschiedenis waarin vrijwel iedere alinea lading heeft en bijdraagt aan het dubbelzinnige karakter van de roman. Het hout is daardoor zowel een aanklacht tegen perverse overheersers als een levendige ode aan de vrijheid. (...) Met Het hout kiezen we voor meesterschap, stilistische brille, voor beklemming en verlossing.' (fragment juryrapport)