foto Tineke de Lange
'De gedichten van Menno Wigman maken een weloverwogen, doorwrochte indruk. Ze beginnen vaak met een aanhef, hij gebruikt ritmiek en herhalingen, naast binnenrijm en afwisseling van zinslengte om zijn gedichten een gedragen, lyrische, en soms zelfs bezwerende toon te geven. Wigmans gedichten getuigen van technisch vernuft en vakmanschap van de dichter, maar geven bovenal blijk van zijn vermogen om regels te schrijven die in je hoofd blijven hangen, door de sprekende beelden en de pregnante gedachtegang van het lyrische ik. Onder de hedendaagse dichters valt Wigman op door zijn iconische gedichten die je onthoudt vanwege hun pakkende regels en hun muzikaliteit. (…) Al staan Wigmans gedichten in een oude traditie, ze gaan niettemin voortdurend over het hier en nu, over chatrooms, vinexwijken, de multiculturele samenleving, zaken die door de kernachtige kracht van zijn poëzie in een tijdloos verband worden opgenomen. Hij is een dichter van onze tijd, die met een even genadeloze als empathische blik het leven op het scherpst van de snede ervaart en weet op te roepen. Zijn gedichten staan als een huis. Om al deze eigenschappen neemt zijn poëzie een unieke plaats in de Nederlandse literatuur in.' (fragment juryrapport)