De doldwaze prijzenweken van de Nederlandse cultuur zijn weer aangebroken. Nu het stof van de toneelprijzen is neergedaald, eisen achtereenvolgens de filmindustrie (Gouden Kalveren), de danswereld (Zwanen) en het Dutch design de aandacht op. Los van de eer, kan een prijs ook geld opleveren. Dit jaar is dat in totaal een kleine 3 miljoen euro.
Qua kunstdiscipline scoren de letteren (literatuur, vertalingen, etc.) niet alleen in aantal, maar ook wat betreft prijzengeld het hoogst (625.000 euro). Daarna volgen film (390.000 euro, vooral dankzij de grote festivals), beeldende kunst (265.500 euro), podiumkunsten (236.500 euro), muziek (142.000 euro), architectuur (120.000 euro), mode/design (76.000 euro), illustraties (60.000 euro) en fotografie (42.500 euro). De grote cultuurprijzen, zoals die van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Erasmusprijs, zijn dit jaar goed voor in totaal zo’n 950.000 euro. Pakken we ook de Turing Toekenning voor het museum met het meest aansprekende expositieconcept mee (toch ook een competitie), dan wordt de 3 miljoen euro ruim gepasseerd.
Al deze bedragen zijn gebaseerd op informatie van de fondsen en instellingen die kunst- en cultuurprijzen toekennen. Daarbij is uitgegaan van de 350 landelijke en grotere regionale prijzen die het online platform dutchheights.nl dagelijks volgt. Deze prijzen variëren in hun frequentie: sommige worden jaarlijks uitgereikt, andere eens in de twee of drie jaar. De genoemde bedragen hebben betrekking op de kunst- en cultuurprijzen die in 2015 zijn of nog worden uitgereikt. Bij ruim driekwart van deze prijzen is sprake van een geldelijke beloning. Dit kan een cheque voor eigen gebruik zijn, maar ook een bijdrage in de kosten van een nog te maken theaterstuk, muziekwerk of film. Studiebeurzen, die vaak als prijs worden gepresenteerd, vallen buiten dit kader.
Over de hele linie genomen is het aantal kunst- en cultuurprijzen in 2015 zo goed als gelijk aan dat van vorige jaren. In een enkel geval is van sponsor gewisseld. Boekenclub ECI nam de AKO Literatuurprijs over (en koppelt daar mogelijk een nieuwe publieksprijs aan) en de prestigieuze Woutertje Pieterse prijs voor jeugdliteratuur vond in Bruna een nieuwe geldschieter. Terug na enkele jaren van afwezigheid zijn de bankiers van ABN AMRO en Van Lanschot, beide met een nieuwe prijs voor beeldende kunst, terwijl ING haar naam voor langere tijd heeft verbonden aan de Unseen Talent Award voor jonge fotografen. Verder introduceerde filmmuseum EYE samen met een Engels kunstfonds een grote internationale prijs op het grensgebied tussen kunst en film. De laatste bekroningen bijelkaar genomen betekent dat een extra injectie van ruim 55.000 euro aan nieuw prijzengeld.